Diep in het bos,
- Gewoon Thuis
- 27 jan 2024
- 4 minuten om te lezen
Dit is een verzonnen verhaal.
Als ik de gordijnen open doe zie ik dat het eindelijk is opgehouden met regenen. Wekenlang is er geen droge dag geweest en heeft het water voor veel overlast gezorgd. Ik hoef vanmiddag pas te werken en besluit om met de hond een flink eind te gaan wandelen. Als ik mijn wandelschoenen tevoorschijn tover is Cooper een en al blijdschap. Zo zie je maar hoe slim honden zijn. We gaan naar een bos een paar kilometer verderop en vol enthousiasme springt Cooper in de laadruimte.
De auto parkeer ik zo dat nog twee wielen op straat staan zodat ik grip houd bij het wegrijden. Na die ene keer op een Grieks eiland dat we vast zaten op het strand, gebeurt het mij niet zomaar weer. We hadden een auto gehuurd en toerden heerlijk over het eiland. Het was een kleine four wheel drive die alles leek aan te kunnen, behalve dan het stuk strand dat wij opreden. Met geen mogelijkheid kwamen we er weer uit en manlief ging lopend op weg om hulp te halen. In de verte was een dorp met een hotel en daar liep hij naartoe.
De vriendelijke man achter de receptie was behulpzaam en ging achter zijn sleutels halen en na later bleek een telefoontje plegen. Samen reden ze naar mij toe en de situatie werd grondig bekeken. Binnen een mum van tijd kwamen er meerdere autoās en scooters naar het strand. In drukke taal en gebaren bemoeide het hele dorp zich met onze huurauto en wat voelden wij ons lullig. Het lukte al gauw om de auto weer op de harde ondergrond te trekken en voordat we het wisten was iedereen verdwenen. Van het ene op het andere moment stonden we daar weer met zān tweeĆ«n nog na trillend van alle consternatie. Later konden we er uiteraard hartelijk om lachen.
Cooper en ik lopen het bos in en genieten van de geur van het natte bos en het gekwetter van vrolijke vogels. We slaan een bospad in waar hoge stapels boomstammen wachten om opgehaald te worden. Cooper begint druk om de stammen heen te rennen en heeft duidelijk iets in de neus. Niet vreemd natuurlijk, er zullen vast muisjes of ander dieren een schuilplaats in gevonden hebben. In gedachten loop ik verder en hoor ineens Cooper achter mij blaffen. Hij staat nog steeds bij de boomstammen en wil mij blijkbaar iets duidelijk maken. Ik loop terug en ga op mijn hurken zitten.
Dan hoor ik iets zacht janken en pak mijn telefoon om tussen de stammen te schijnen. En tot mijn grote verbazing kijken mij een paar bange oogjes aan. Het moet wel een heel klein hondje zijn die daar in de holte is geklommen. Zachtjes begin ik te praten en maan Cooper om rustig te zijn. Het hondje moet doodsbang zijn en beweegt niet. Ik voel in mijn zakken of er nog hondensnoepjes in zitten en voel ineens de snuit van Cooper. Hij kwispelt en danst vrolijk om mij heen. Ik geef hem een snoepje en laat hem weer rustig zijn. Dan schuif ik voorzichtig een snoepje in de richting van het hondje. Blijkbaar heeft hij honger want het snoepje wordt gelijk verorberd. Het tweede snoepje leg ik iets verder naar voren en ook die wordt opgegeten. Met nog ƩƩn in de zak, waag ik het om het laatste snoepje op de rand te leggen. Gelukkig wordt ook deze veroverd en kan ik hem bij de halsband naar buiten trekken.
Trillend van angst kruipt het hondje tegen mij aan en kan ik opgelucht ademhalen. Uit mijn zak tover ik de riem van Cooper tevoorschijn en maak hem aan de halsband vast. We lopen terug naar de auto en als we veilig binnen zitten kan ik het hondje beter inspecteren. Het is een meisje en aan haar halsband hangt een hartvormige penning. Haar naam is Nala en er staat een telefoonnummer op gelukkig. Ik trek mijn jas uit en wikkel hem om haar heen zodat ze weer op temperatuur kan komen. Ook start ik de auto zodat deze warm kan worden.
Op mijn mobieltje toets ik de nummers in en wacht af. Een onzekere stem neemt op en ik vraag of ze misschien een hondje mist. Ja, is het antwoord, Nala is al een week zoek. Ze is geschrokken van vuurwerk en rende in paniek weg. āHebt U haar gevonden, leeft ze nog?ā Ze zit naast me in de auto en ik vertel hoe en waar ik haar gevonden heb. Er komt geen antwoord, ik hoor alleen maar iemand onbedaarlijk huilen. Als we weer contact krijgen vraag ik het adres en zeg dat ik direct naar haar toe kom rijden.
Het is een afstand van maar een paar kilometer en een kwartiertje later rijd ik dan ook al de desbetreffende straat in. Nog voordat ik de auto heb geparkeerd staat er een heel gezin naast de auto, allemaal met een betraand gezicht. Als ik de autodeur opendoe en de riem stevig vasthoudt in de andere hand is Nala bijna niet te houden. Bij het aanschouwen van dit weerzien kan ook ik mijn tranen niet langer bedwingen.

Comments